Waar moet je op letten bij het afdrukken van smartphonefoto’s?
De basisregel bij afdrukken is dat wij altijd je hele beeld naar verhouding zo groot mogelijk op het gekozen formaat afdrukken. Dit betekent dat de verhouding van jouw afbeelding bepalend is voor het uiteindelijke resultaat; verschillende verhoudingen op hetzelfde product geven dan ook verschillende afdrukformaten. De minimale lengte is vierkant, een 1:1 verhouding, en bij een 2:3 verhouding wordt de maximale lengte van het papier benut. De korte zijde van het papier staat vast, dat is de maat van de rol, met als uitzondering op de regel de 10×15 waarbij de lange zijde vaststaat. Er wordt door de machine geschaald naar de korte zijde (uitgezonderd 10×15) en waar de afbeelding ophoudt, stopt de afdruk. Overschrijdt de afbeelding de maximale lengte, wees dan gerust: je krijgt van ons geen half werk. De machine schaalt dan automatisch naar de maximale lange zijde. Zie onderaan deze blog het stukje “Ik wil een panorama afdrukken”.
Net als je gewone camera, heeft ook de camera van je telefoon verschillende instellingen. Hier wordt minder vaak naar gekeken dan naar de instellingen van je camera. Toch zijn ook deze instellingen van belang wanneer je een foto wilt laten afdrukken.
Resolutie en verhouding
Waar je rekening mee moet houden wanneer je een foto laat afdrukken, is de verhouding waarin deze genomen is. Een vierkante foto heeft een verhouding van 1:1, dus vanzelfsprekend kun je een foto van 4:3 alleen vierkant krijgen wanneer je er een stukje afsnijdt of juist een extra rand toevoegt.
Zoals hierboven al te lezen was, staat de korte zijde van het papier altijd vast. Stel je zou een 13×13 – 13×19 bestellen, dan is het minimale papierformaat 12,7×12,7 en het maximale papierformaat 12,7×19,1. Hier hebben de megapixels niks mee te maken en geen invloed op: dit gaat puur om de verhouding van 4:3.
Megapixels
Het aantal megapixels doet er wel toe wanneer je een grote afdruk wilt laten maken. Een gebruikelijke misvatting is dat meer megapixels gelijkstaat aan hogere kwaliteit en je dus het maximale aantal pixels nodig hebt om de foto van de hoogste kwaliteit te krijgen. Dit is niet het geval: de megapixels geven enkel aan hoeveel pixels de foto bevat en hoe groot deze afgedrukt kan worden zonder kwaliteit te verliezen. Om bij het voorgaande voorbeeld te blijven: een foto van 3968 x 2976 – oftewel 12 megapixels – kan maximaal op 240 x 180 afgedrukt worden zonder kwaliteit te verliezen.
Ik wil een andere verhouding
De ‘klassieke’ verhouding, de meest gebruikelijke verhouding van fotolijsten, is 3:2. Veel smartphonecamera’s staan hier niet standaard op ingesteld; sommige bieden dit niet eens aan. Hartstikke onhandig natuurlijk als je juist foto’s wilt inlijsten. Hier wordt uitgelegd hoe je een foto in de juiste verhouding kunt krijgen, zodat deze in het gewenste formaat gedrukt kan worden.
Ik wil een panorama afdrukken
Wanneer je een panorama wilt afdrukken, ziet de software dat de beeldverhouding groter is dan 3:2 en wordt niet de breedte, maar de lengte van het beeld maatgevend voor het uiteindelijke formaat. Je foto krijgt de maximale lengte van het papier en de breedte wordt verhoudingsgewijs bepaald, waardoor je boven en onder witte randen krijgt.
Voorbeeld: je wilt een panorama in de verhouding 16:9 afdrukken op het papierformaat 30×45. De software rekent eerst de lengte uit op basis van de papierbreedte. In dit geval zou de lengte 30,5 / 9 x 16 = 54,4 cm worden, wat langer is dan het maximale papierformaat (45,8 cm). Dit maximale papierformaat wordt nu aangehouden en aan de hand daarvan wordt de breedte bepaald (45,8 / 16 x 9 = 25,7). De foto wordt dus 25,7×45,8 met boven en onder een witte rand.
Tip: voer bij afbeeldingsgrootte in Photoshop de maximale lengte van het gewenste papierformaat in. Je ziet dan direct wat de korte zijde van jouw beeld wordt. Bij sommige panorama’s (bijvoorbeeld een photostitch) passen er twee op het papier, en snijden moet je sowieso al.